Als iemand haar ogen had kunnen zien, had die persoon direct geweten welke emotie op het moment het sterkst door het lichaam spoelde. Welke emotie het sterkst door haar lichaam dwarrelde op het trage tempo van één herfstblad dat een tuimeltocht naar de grond begon. Dat echter, was alleen als iemand haar ogen had kunnen zien en het feit was dat dat zelfs voor het meest magische wezen een onmogelijke opgave was. Haar ogen waren immers gesloten, terwijl ze met haar rug tegen een grijzige rots aan de vloedlijn leunde. Ze had haar hoofd licht gekanteld alsof ze opkeek naar de hemel die boven haar en de zee een onheilspellend grijze kleur kreeg. Het zou gaan regenen, en als dat niet in de eerstkomende seconden gebeurde, dan zou het in de minuten daarna gebeuren. Lucifer keek echter niet naar de hemel en bestudeerde niets uit haar omgeving. Geen van de elementen om haar heen leek haar interesse waardig en ze voelde niet de behoefte de zucht die op haar lippen dreigde tegen te houden. En ondanks het feit dat geen enkel wezen haar ogen kon zien, de zucht die over haar lippen kwam, maakte in één ogenblik toch de sterkste emotie in haar lichaam aanwezig, duidelijk. Verveling. Ze had haar armen lichtjes, zonder veel druk uit te oefenen, om haar opgetrokken benen geslagen en voelde de golven aan haar tenen lippen. Het was vloed en als het daadwerkelijk zou beginnen te stormen, dan was ze een gemakkelijk slachtoffer voor het water. En voor elk wezen dat zich tussen de golven bevond. Oh, well.